Hij wordt wel beschouwd als de Rolls-Royce onder de vouwfietsen: de Brompton. Internationaal is de vraag naar het Britse fietsje zo groot, dat de fabriek de productie meer dan wil verdubbelen.

Dat schrijft The Guardian.

De Brompton vouwfiets is nog niets eens zo gek oud. In 1975 begon uitvinder Andrew Ritchie met fietsjes te maken in zijn flatje in west-Londen. De naam ontleende hij aan een beroemde rooms-katholieke kerk, waar hij naast woonde.

Het echte succes kwam in 2002, na een reorganisatie van de productielijn en het aantrekken van meer geschoold personeel. Het bedrijf behaalt een omzet van 39 miljoen euro per jaar, met een winst van 4,8 miljoen euro. Anno 2015 maakt Brompton 45.000 vouwfietsen per jaar.

Amerikanen en Aziaten

Die vinden vooral in het buitenland gretig aftrek: zo’n tachtig procent van de productie gaat naar niet-Britse klanten. In Nederland bijvoorbeeld, waar de Brompton met afstand eerste is in vouwfietstesten van de Fietsersbond. De bond roemt de Brompton als “erg klein, gemakkelijk te tillen en de ketting en vieze banden zijn goed afgeschermd”. Ook vouwt de fiets “opvallend gemakkelijker dan andere vouwfietsen”.

Maar ook bij stadsbewoners in Azië en de VS wordt de Brompton steeds populairder. Reden voor de fabrikant om te verhuizen naar een nieuwe locatie, met dubbel zoveel oppervlakte. Tegen 2021 moeten daar 100.000 fietsjes van de band rollen.

Londonse wortels

Brompton blijft daarbij zijn Londense wortels trouw. De nieuwe locatie is maar een paar kilometer naar het noorden, in stadsdeel Greenford.

Bedrijfsterreinen zijn peperduur in Londen, maar Brompton heeft het geld ervoor over, om zijn ervaren werklieden te behouden. Ook profiteert het bedrijf zo van het 'Made in Britain'-imago -- onmisbaar voor een robuuste fiets.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl